
Wat de spaceshuttle met voeding te maken heeft.
Er zijn twee live uitzendingen uit de jaren ’80 die ik mij nog goed kan herinneren. Eén daarvan zijn de “Live Aid” concerten die in 1985 in Engeland en Amerika plaatsvonden, om geld in te zamelen tegen de hongersnood die er toen in delen van Afrika was.
En de ander was die van de eerste Spaceshuttle lancering in 1981. Ik weet nog goed hoe indrukwekkend ik het vond, dat men zo’n groot ding de ruimte inschoot.
En als je er goed naar kijkt is het ook indrukwekkend wat er toen gedaan werd. Er werd een machine van ruim 2000 ton en een hoogte van ruim 56 meter de ruimte ingeschoten, en hij was zo gemaakt dat we hem na terugkomst weer konden gebruiken. Dat was namelijk ook het revolutionaire aan deze machine, hij moest langer mee dan eenmalig.
Toen ik er later eens wat meer over las, bleek dat het project eigenlijk al echt van start was gegaan in 1972. Er is een kleine 10 jaar aan gewerkt door duizenden ingenieurs,producenten, specialisten enz. En samen hebben deze mensen er miljoenen en miljoenen uren werk ingestoken. Elk onderdeel werd speciaal voor de Space Shuttle ontworpen en zeer langdurig en uitgebreid getest. Alleen het beste was goed genoeg voor dit project. Elk onderdeel moest kloppen en er waren ontelbaar veel onderdelen die samen de spaceshuttle tot een geheel maakten.
En na 9 jaar ontwerpen en testen was hij af! Er stond een enorm groot geheel klaar om de ruimte ingeschoten te worden. Maar om deze 2000 ton zware machine ook daadwerkelijk de ruimte in te krijgen moest er een enorm gevecht geleverd worden tegen de zwaartekracht. Heel simpel gezegd, er moest door de motoren een ongelofelijke kracht opgewekt worden.
Zonder brandstof, was de Spaceshuttle niets anders dan een megaduur en ingewikkeld standbeeld.
De Brandstof die uiteindelijk samen met de motoren de energie moest leveren om de Space Shuttle tot leven te brengen was dus net zo belangrijk als de Space Shuttle zelf.
En denk je dat de Ingenieurs die verantwoordelijk waren voor dit onderdeel van het project dachten, “ach wat kan ons het schelen, kijk maar wat je erin gooit”.
Nee natuurlijk niet, ook hier werd er gezocht, getest, weer gezocht en weer getest, net zo lang tot ze de optimale brandstof samenstelling hadden gevonden. Dit laatste natuurlijk om ervoor te zorgen, dat de motoren op hun best zouden werken om het beste uit de motoren en dus het hele project te halen.
Als je naar ons lichaam kijkt, kun je dit eigenlijk met de Space Shuttle vergelijken. Ook wij zijn opgebouwd uit miljoenen onderdelen die allemaal nauw samenwerken om alles als één geheel te laten functioneren.
Ook onze ontwerper, moeder natuur of iets anders (afhankelijk van waar je in gelooft), heeft ons zo gemaakt en aangepast dat we op ons best kunnen functioneren in de omgeving waar we ons bevinden.
Maar net als de Space Shuttle is ons lichaam ook niets zonder brandstof, ook wij hebben energie nodig om tot leven te komen en te blijven leven.
Je kan bijvoorbeeld maar heel even zonder zuurstof, en na een paar dagen zonder water wordt het ook al kritisch. Het feit dat we wat langer zonder voedsel kunnen is omdat ons lijf vanaf het begin al reserves opslaat, maar als die op zijn is het ook “game over”.
Maar als de ingenieurs van de Space Shuttle het zo belangrijk vonden om precies de juiste samenstelling van de brandstof te bepalen, is het dan ook niet eens goed om te kijken wat wij eigenlijk allemaal in ons lichaam gooien. Moeten wij ook niet eens kijken wat er voor ons werkt en wat tegen ons. Moeten wij ook niet eens gaan testen, kijken en luisteren naar ons lichaam om te bepalen waar we het uiteindelijk het best op doen.
Al de onderdelen in ons lijf hebben brandstof en bouwstoffen nodig. Als we er langdurig de verkeerde brandstof in blijven gooien, is het niet zo raar dat er uiteindelijk een onderdeel beschadigt raakt of er zelfs mee stopt.
En we hebben met de Space Shuttle in 1986 en 2003 allemaal kunnen zien, wat er kan gebeuren als er één onderdeel niet goed werkt.